Tijdens de Gouden Eeuw kwam Medemblik onstuimig tot bloei. Tijdens deze periode was het stadsbestuur in handen van welgestelde burgers en kooplieden. Een benoeming tot lid van de vroedschap, het bestuurscollege van de stad, was voor het leven. Jaarlijks werden uit de vroedschap de burgemeesters gekozen. Mede door de nauwe banden onderling kregen andere burgers nauwelijks toegang tot het stadsbestuur.
In de Gouden Eeuw werd Medemblik bestuurd vanuit het stadhuis aan de Dam. Het stadsbestuur bestond uit drie burgemeesters, de vroedschap, de schout en schepenen. De burgemeesters waren belast met het dagelijks bestuur van de stad. De vader van Geertje Adriaans was schepen.Geertje trouwde omstreeks 1660 met stadssecretaris en vroedschap Jacob Lobs waarmee zij meerdere kinderen kreeg. Later werd haar man tot burgemeester gekozen. In het rampjaar 1672 leidde Jacob Lobs ‘s landsverdediging op de Zuiderzee. Na een turbulente periode koos hij in 1674 voor een betrekking bij de VOC. Geertje reisde samen met haar man en kinderen met het schip ‘Betuwe’ naar Ceylon voor een nieuw begin. Uiteindelijk schopte haar man het tot gouverneur van het eiland Ternate in Oost-Indië.